Vrijdag veranderde ik van job. Voorlopig geen gependel naar Brussel naar mij, ik ga aan de slag bij Annelies Storms, schepen van cultuur, toerisme en evenementen. Een job die me inhoudelijk ook véél beter ligt. Het belooft heavy te worden, maar ik heb er ongelooflijk veel zin in.
’s Middags meteen mee naar een school hier in de buurt, waar ze een kunstproject gedaan hebben met de kinderen. Schrijfster Laila Koubaa ging er gedurende enkele maanden wekelijks aan de slag met de kinderen. Och och wat is het mooi om mensen met zoveel bezieling aan de slag te zien gaan met kinderen.
Later die avond ging ik naar West-Vlaanderen. Koen wou die nacht de Nacht van West-Vlaanderen lopen, de 100 km. Ik heb daar ooit eens de 42 km gewandeld, en het jaar erna opgegeven op 25 km. 100 km lopen, ik vond dat wel een dapper projectje en ergens op een schoolfeest opperde ik dat ik misschien een stukje kon meelopen. We organiseerden hiervoor zelfs een echte brainstormavond.
Plan was dat ik later in de wedstrijd zou instappen, want die eerste kilometers kon hij wel alleen. Er waren ook twee fietsers mee, een plooifiets en een driewieler. Dat leek op voorhand een fantastisch plan, maar we hadden geen rekening gehouden met het parcours: dat was een wandelparcours, niet geschikt om te fietsen. Daardoor bleek ook dat de vooropgestelde tijden niet haalbaar waren om te lopen en dat ik een uurtje langer moest wachten vooraleer ik kon vertrekken. Klokslag 12 uur begon ik mee te lopen, op km 28 ongeveer. De fietsers lieten we achter, wegens te donker en te moeilijke wegen. Hoewel ik me in de loop van de avond meermaals had afgevraagd waar ik nu weer aan begonnen was vond ik het heerlijk. Gewoon lopen in de pikkedonker (met dank aan de hoofdlamp van de fietsers die ik vergeten was). Pijltjes zoeken en ervoor zorgen dat we niet vielen was onze voornaamste bekommernis.
Koen was van plan om uit te stappen op 63 km. En ik moest een beetje rekening houden met de tijd: Peter had de vroege en moest om 5 uur ’s morgens vertrekken, dus ik wou wel op tijd thuis zijn. Dus ben ik gestopt op 21 km, zeker ook omdat ik de voorbije maanden geen lange duurlopen gedaan had. Ik had wat last van mijn hielen (dat ligt aan mijn schoenen, gelukkig staan er nieuwe klaar) en mijn schenen durfden ook wat zeuren. Vanaf daar namen de fietsers het weer over, ik hoop dat het toen weer beter ging. Maar op zich was het wel goed dat ik Koen kon begeleiden tijdens de donkerste uren van de nacht.
Maar ik had wel gezegd aan Koen dat hij pas mijn eeuwig respect ging hebben als hij de 100 km ging voltooien. Dat heeft blijkbaar indruk gemaakt, want hij heeft gewoon verder gedaan en die 100 uitgelopen! Proficiat, Koen!
De dingen die ik geleerd heb die nacht: 1. 42 km is ver genoeg voor mij. 2. trail is nog steeds niets voor mij. Héhé. Heftig dagje en nachtje wel.
Gelukkig kreeg ik die vrijdag ook nog dit boek in mijn bus om mijn leven goed te kunnen regelen!